Doel
De Stichting Fonds voor Pluimveebelangen (hierna te noemen Fonds) heeft statutair als doel het bevorderen van ontwikkelingen op het gebied van de dierlijke productie in het algemeen en de pluimveesector in het bijzonder.
Met name ontwikkelingen in de pluimveesector, gericht op een toekomstbestendige verduurzaming, op het gebied van arbeid, diergezondheid, dierenwelzijn en voedselveiligheid worden door het Fonds gestimuleerd.
Conform artikel 13 van de statuten geeft het bestuur van het Fonds onderstaand aan op welke wijze beleid wordt gevoerd om invulling te geven aan de doelstelling van het Fonds.
Vermogensbeheer
Het Fonds heeft een vermogen van omstreeks € 4 miljoen, dat resteerde na de in 2004 doorgevoerde fusie van de toenmalige Stichting Fonds voor Pluimveebelangen met de Stichting Fonds Belangen Pluimveegezondheidszorg en nadat oude verplichtingen ten aanzien van het sociaal plan van de Stichting Gezondheidszorg voor Dieren waren afgewikkeld.
Het bestuur heeft als doelstelling voor het vermogensbeheer:
- instandhouding van het vermogen
- Op basis van de risicobeperkende strategie wordt gestreefd naar een rendement op (jaar)basis van inflatiecorrectie (CBS) + 4%. Deze opbrengsten worden vooral gebruikt om projecten te financieren.
De randvoorwaarden waarbinnen het beleggingsbeleid gestalte is gegeven, zijn vastgelegd in het Beleggingsstatuut.
Het beheer van het vermogen is in handen gelegd van de Rabobank te Amsterdam.
Prioritering projecten
Het bestuur stelt zich op het standpunt dat het vermogen van het Fonds in eerste instantie dient te worden aangewend voor het stimuleren van ontwikkelingen in de Nederlandse pluimveehouderij. Dat impliceert dat te ondersteunen projecten gericht moeten zijn op de primaire pluimveeproductie, de verwerking, de afzet van pluimvee en pluimveeproducten of op projecten in de toeleverende industrie.
Het Fonds financiert projecten die de duurzaamheid en toekomstbestendigheid van de pluimveesector bevorderen. Daartoe heeft het de voorkeur dat de projecten bijdragen aan de uitvoering van de actuele toekomstvisie van de pluimveesector, zoals de door LTO/NOP en NVP uitgebrachte toekomstvisie “Koers voor een vitale pluimveehouderij in 2025” en de in 2019 verschenen “Uitvoeringsagenda Pluimveesector circulair in 2025”.
Het Fonds geeft daarbij prioriteit aan projecten met een innovatief karakter, gericht op verbetering van de concurrentiekracht en/of de samenwerking in de pluimveeketen.
Het Fonds financiert in principe maximaal 50 % van de projectkosten. Voor goedgekeurde projecten die gericht zijn op het vergaren of verspreiden van kennis wordt in principe een subsidie beschikbaar gesteld. Voor projecten die gericht zijn op het ontwikkelen van een digitaal – of materieel product wordt in principe een renteloze lening beschikbaar gesteld. De lening dient, eventueel met een opslag, te worden terugbetaald zodra het in het project ontwikkelde product wordt verkocht in het buitenland. Het bestuur kan om hem moverende redenen de lening omzetten in een subsidie.
Het Fonds verleent in principe geen financiële steun aan projecten die passen binnen het onderzoeksprogramma van AVINED voor veterinair- of praktijkonderzoek .
Nadere invulling van de wijze van financieren van projecten is uitgewerkt in het op de website www.fondspluimveebelangen.nl gepubliceerde Financieringsprotocol.
Communicatie
Het Fonds publiceert over zijn activiteiten op de eigen website www.fondspluimveebelangen.nl. en brengt jaarlijks verslag uit aan het bestuur van AVINED.
Gewijzigd in de vergadering gehouden op 10 december 2020.